Hoe het eerste boek tot stand kwam
Ondertussen zorgt mevrouw van Nes ervoor dat Annie Nederlands krijgt van haar vriendin, een gepensioneerde onderwijzeres. Annie, die enkel lagere school heeft gehad, heeft er veel baat bij dat deze twee vrouwen haar bijstaan op de weg naar het schrijverscDe bekende Apeldoornse dichter Hermen Bomhof adviseert Annie dat ze na zoveel verhalen te hebben geschreven nu maar eens een boek moet gaan schrijven. Al schrijvend aan haar eerste boek "het Oever" begint ze heel erg te twijfelen aan haar letterkundig vermogen. Mevrouw van Nes spreekt haar moed in met de volgende woorden: "Als je probeert volmaakt te schrijven, zodat het dus letterkundig goed is, druk je je eigen stijl dood en verliest je werk alle warmte". Daarna gaat ze dapper door tot het boek eindelijk klaar en gecorrigeerd is. "
Mevrouw van Nes wil het manuscript niet lezen. Zij zou het met een aanbevelingsbrief naar haar uitgever sturen, zodat het vanwege die brief in ieder geval gelezen werd. Voordat Annie het manuscript opstuurt, slaat de twijfel opnieuw toe en vraagt aan een leraar, die dokter in de Nederlandse letteren is om het te beoordelen op stijl en zinsopbouw. Na een aantal weken krijgt ze het manuscript thuisgestuurd met een vernietigende conclusie: "Slecht verhaal, slechte stijl, slechte compositie en onaanvaardbare personen". Annie trekt zich deze kritiek erg aan en besluit om nooit meer te schrijven.
Na enkele dagen denkt ze er weer anders over. Ze leest het manuscript en vindt het eerlijk gezegd zo gek nog niet, denkend aan de woorden van mevrouw van Nes. Ze heeft het ingepakt en met de aanbevelingsbrief naar de uitgever van Holkema en Warendorf gestuurd. Met het gevolg dat "het Oever" een jaar later (1950) uitkomt zonder dat de uitgever één aan- of opmerking over stijl of taal heeft gemaakt.
Mevrouw G. van Nes-Uilkens schrijft daarin het volgende voorwoord:
"HET OEVER" is een streekroman, geschreven door iemand, die de mensen van de Veluwe door en door kent. De schrijfster, door omstandigheden in dit milieu geplaatst, heeft van klein kind af te midden van hen geleefd. Onder het lezen denkt men telkens: "Ja, zo zijn ze!" Ook hun vroomheid is echt en een deel van hun leven, dat men niet zou kunnen veronachtzamen, zonder de schildering te vervlakken. De roman is traag, in de goede zin des woords, als de brede, sterke stuwing van de rivieren onzer lage landen. Vaak ziet de beschouwer op de oever slechts flauwe kabbelingen, maar beneden dit rustige oppervlak draagt de sterke onderstroom grote schepen naar hun bestemming. Zijn er grote schepen in dit werk? Ja. In al haar eenvoud is b.v. Geertrui een grote figuur door haar ruime liefde en vergevingsgezindheid. Ook Jaap van Marle is ons sympathiek, al is zijn geloof killer, dogmatischer dan dat van Geertrui. Hij is op en top een Veluwse boer van de goede soort. De beschrijvingen van het boerenleven zijn bijzonder geslaagd. B.v. die van een boerenbruiloft. Zij doorweven de roman met die rustige traagheid, waar ik zo even op doelde en die zo weldadig aandoet in deze jachtige tijden. Maar waar het gaat om belangrijke gebeurtenissen in particulier en sociaal leven heeft de schrijfster er grote spanningen in weten te leggen, waardoor men in een adem voorleest. Resumerend: "het Oever" is een boek, dat een volle aandacht en een grote lezerskring waard is. G. VAN NES-UILKENS